Na een zomers-lente weekend bliksemde en donderde het vannacht even boven Pacha Mama. April doet wat hij wil… En toen ik vanochtend onze dochter naar school bracht, zag ik een paar mensen fietsen in vol lente-ornaat, terwijl het vandaag toch echt grijs en koel weer is. Dat bracht een glimlach op mijn gezicht, omdat ik dit onlangs vertelde in gesprek met een cliënt.
Als het een paar dagen mooi weer is geweest en het weer slaat om, ben ik altijd even van slag en kom ik steevast underdressed buiten. Een paar stappen of bochtjes verder dringt dan rillend de verandering tot me door en hoor ik het gesprek in mezelf: “Huh, maar het was toch mooi weer?”
Omgekeerd kan ook, zo loop ik de eerste warme dagen in de lente altijd met een paar laagjes te veel aan naar buiten.
Onze geest is er ontzettend goed in om het verleden te projecteren op het nu. Of eigenlijk is het zo, dat als een situatie een poosje geduurd heeft, we dan gaan denken het zo blijft. Dat kan voordelen hebben, met name als je op vakantie bent is het fijn om te denken dat je vakantie eeuwig duurt. Maar het kan ook nadelig zijn, als je een drukke of sombere periode hebt en je dan denkt het nooit meer goed komt…
Hoe dan ook, we hechten ons aan situaties waar we een poosje in verkeren. Of dat nou fijne situaties, of minder fijne situaties zijn. En als de verandering dan toch komt – want die komt altijd – schrikt onze geest op. Die zag’t even niet aankomen. Zelfs al heb je talloze keren mee gemaakt dat het weer is omgeslagen.
En wellicht voel je nog wat wantrouwen, want april doet immers wat hij wil, maar het is toch écht lente. Het verse groen laat zich steeds meer zien, en in steeds meer bomen en planten staan de knoppen op barsten. Een aantal weken geleden ontving ik prachtige inspiratie van een cliënt. Een zin die hem inspireerde en een diepe waarheid bevatte die resoneerde en ook mij raakte, geschreven door Anaïs Nin een Frans schrijfster:
“En de dag brak aan dat het risico om strak in de knop te blijven zitten pijnlijker werd dan het risico om te gaan bloeien”
In de 1-op-1 trajecten in mijn praktijk, gaat het uiteindelijk om precies dat. Dat we op het punt komen waar het pijnlijker is om ons in te houden, dan om alles wat er in ons zit, en er uit wil, los te laten. Of dat nou (eerst) oude pijn en verdriet is, of de ingehouden vreugde en levenszin. Ja… Je zelf uiten, expressie geven is spannend, en nooit zonder risico. Want als jij tevoorschijn komt, zullen mensen je zien en horen…
Gelukkig hebben bomen en planten geen denkgeest. Anders zou het maar zo kunnen dat de lente geen bloesems kende.. “Mijn bloemen zijn niet zo mooi als die van de Narcis” of: “Ik ga niet als eerste in de bloesem staan hoor! Veel te spannend”. Gelukkig denken bomen en planten daar niet over na. Van binnenuit laten ze de energie stromen en knallen de bloemen elk op hun moment uit de knop, om het mooiste van zichzelf te laten zien, omdat ze niet anders kunnen…
Ik geloof ten diepste dat ook wij als mens niet anders kunnen. Niets anders kunnen dan ons zelf te laten zien, uit onze knoppen te barsten en te bloeien. Het is onze geest die een omhulsel gemaakt heeft. Uit bescherming, omdat we vroeg of laat in elk leven pijn en weerstand tegenkomen. En dan durven we ons niet meer te laten zien, te laten horen. Ons verlangen uit te spreken, of onze grenzen aan te geven… Het moment waarop we uit onze knop barsten is voor niemand gelijk.
Plaagt je geest je met het idee dat de somberheid en pijn nooit meer weggaan? Houd je vast aan de extra beschermlagen om je heen, terwijl diep in jou de lente al vol verlangen bezig is? Misschien is het dan nu jouw moment om die geest eens aan de kant te zetten, de frisse wind er door heen te laten waaien en de laagjes los te laten… en jezelf (en de wereld) te verrassen met de prachtige kleuren die vanuit jou tot bloei willen komen. Want, als niet nu – wanneer dan wel?