
“Ik ben stembevrijder”.
Ik hoorde het mezelf voor het eerst zeggen op een feestje. Een paar gefronste wenkbrauwen als reactie. “Wat is dat?” Natuurlijk is de term redelijk self-explaining, en gelukkig raken we anno 2023 gewend aan nieuwe beroepen, maar de logische vervolgvraag was: “Wat doe je dan precies?” Mijn wenkbrauwen fronsen even terug, maar met een glimlach er bij.
Ik zoek even naar de juiste ingang.
“Kun jij uit de voeten het het begrip ziel?” Het maakt niet zoveel uit wat het antwoord is, maar het geeft mij even een indicatie van hoe ver ik kan gaan in zweverigheid… “Ja hoor” is het antwoord, en dan steek ik van wal.
“Hoe je het ook went of keert, jij ben uniek. Jouw ziel koos ervoor een ervaring te hebben als mens. Er is nooit een mens geweest als jij, en er zal nooit weer een mens zoals jij komen. En voor jouw stem geldt hetzelfde. Die is uniek. Nooit en nergens weer zal een geluid klinken zoals dat van jouw stem, nooit zullen de woorden zo gezegd worden als jij die zegt, of zal er iemand zingen zoals jij zingt.
En toch, in onze levensloop kan het niet anders dan dat we onze stem vervormen. We spreken zoals onze ouders spreken, we verzwijgen dingen, of zeggen juist dingen om ons inclusief te voelen. In een klas, een groep vrienden, op het werk. We leggen allerlei mentale paden aan van wenselijkheid en conformiteit. Niet altijd ten gunste van onszelf… Vroeg of laat breekt dat op. Dat kan niet missen: er ontstaat frustratie. Die kan zich op allerlei manieren uiten: burn-out, lichamelijke klachten, somberheid, vervlakking. De vreugde verdwijnt en de kleur verdwijnt mee. Jouw unieke kleuren lijken ineens te vergrijzen. Je voelt aan alles dat er een beweging gemaakt moet worden, maar welke?”
De fronsende wenkbrauwen veranderen in instemmend knikken.
Ik vertel uit mijn eigen ervaring. Want ik heb zo ontzettend vaak geprobeerd om mezelf mentaal uit deze vastgedraaide situaties te manoeuvreren. Met plannetjes en strategieën. Als ik nou eerst dit of dat, dan kan ik daarna echt zus of zo... Het is een schijnwerkelijkheid die ik voor mezelf maakte. Ik hield mezelf voor de gek. Ik wist allang wat ik wilde, maar stond het mezelf niet toe. Om maar te blijven passen in de vakjes. Lekker veilig. Maar niet waarachtig…
“Het antwoord is niet in de geest te vinden. Maar in het lichaam. Lichaamswerk is voor mij de ingang die mij helpt om eerlijk te zijn, naar mijzelf en mijn omgeving… Het lichaam liegt nooit. De kramp, pijn, weerstand, verdriet, boosheid, frustratie, opwinding en zoveel andere gevoelens die daar zijn, zijn als een woelig en onvoorspelbaar weercomplex. De denkgeest vindt dat lastig, en wil dat allemaal volg-ordelijk, en in vakjes en verhalen plaatsen. Of erger nog: we stoppen het gevoel weg en negeren het. Met alle gevolgen van dien. De stroom wordt geblokkeerd en het stuwmeer vult zich verder en verder. Tot de dammen op springen staan…”.
Ik vertel over het moment waarop mijn dam openbrak. Het was in de opleiding, ik had een beroerde dag en voelde me echt intens verdrietig. Ik werd uitgenodigd om daar voor de groep uiting aan te geven. Vanuit een zucht, ontstond een zacht gekreun, gevolgd door een gefrustreerde grom, die ruimte gaf aan het intense verdriet. Al huilend zong ik alles er uit, zonder te weten wat het precies was. De piano volgde mijn stem, mijn zingen volgde de piano. Tot de muziek een wending nam. En er ineens een grote vreugde voelbaar werd. Ik stond nog steeds in tranen te zingen, maar dit waren tranen van blijdschap… Dit was het moment waarin ik besefte: Oh, dus dit is stembevrijding…”.
“Als stembevrijder geef ik de ruimte aan jou om je stuwmeer te legen, de dam te openen en te ontdekken wat er uit stroomt! En dat kan alles zijn!” Ik voel mijn enthousiasme gloeien. “Om daar getuige van te zijn, om dat te mogen faciliteren is pure schoonheid, het mooiste wat er is.”
“Gaat het dan om zingen?”, is de vraag. “Nee, dat is niet het doel, maar vaak wel een bijzondere uitkomst”, is mijn antwoord. “Maar ik kan niet zingen…” en glimlachend nodig ik uit: “Doe eens aaaaaah?” En warempel, er komt een “aaaaah” terug. “Hoor je wel? Je zingt!” zeg ik.
“Ja maar dat is makkelijk” is het antwoord.
“Precies!” glunder ik terug in de verbaasde ogen.
Zonder zangles ben ik na twee jaar stembevrijding anders gaan zingen. Sterker nog, alle uitingsvormen van mijn stem: gesproken, gezongen en zelfs ook geschreven zijn anders: ik spreek meer waarheid, ik zing luider, ik schrijf rechter vanuit mijn hart. Over de gehele linie is er een angst verdwenen. De angst om mezelf te zijn, en het besluit om mezelf dat toe te staan. Daar word ik zelf niet alleen veel leuker en vreugdevoller van, maar de wereld om mij heen ook!
De opgetrokken wenkbrauwen van het begin van het gesprek hebben plaats gemaakt voor glimlachende ogen. “Goh dat zou ik ook wel eens willen…”.
“Fijn…” zeg ik, “…dat verlangen, daar begint het mee!
En ik kan niet wachten om jouw unieke kleuren te horen en te zien! – Dat lijkt me een feestje! ”

Mooi verhaal Martin.
Ik kijk uit naar de volgende stembevrijdings workshop.